''Een sterkhouder vervang je niet zomaar, dat is ons model ook niet''

In dit artikel:

Na de verkoop van Igor Paixão aan Olympique Marseille voor ongeveer 30 miljoen euro rijzen vragen over Feyenoords transferbeleid: er werd geen directe vervanger aangetrokken voor de Braziliaanse linksbuiten. Analist Daan Sutorius noemt het opvallend dat Paixão niet één-op-één is vervangen en vindt dat de nieuw aangetrokken linkspoten qua niveau allemaal in dezelfde categorie vallen. Emile Schelvis uitte recent vergelijkbare kritiek.

Trainer Robin van Persie geeft voorlopig vertrouwen aan het Slowaakse talent Leo Sauer op die positie; Sauer maakte indruk bij Slowakije, onder andere tegen Duitsland. Sutorius wijst erop dat het vertrek van Paixão – vorig seizoen goed voor zestien doelpunten en veertien assists in de Eredivisie – een groot verlies is en dat Feyenoord hoopt dat spelers als Sem Steijn op andere plaatsen deels zullen compenseren.

Algemeen directeur Dennis te Kloese legde op Feyenoord ONE uit waarom de club niet voor een dure, gelijkwaardige vervanger koos: het beleid is gericht op zorgvuldig scouten, opleiden en doorontwikkelen van spelers en het creëren van financiële middelen via transfers. Volgens hem is het onrealistisch te verwachten dat voor een hoge verkoopprijs direct hetzelfde bedrag weer geïnvesteerd wordt; er zit een groot verschil tussen bruto- en nettobedragen en de club heeft ook andere prioriteiten en lopende projecten. Te Kloese benadrukt dat geduld nodig is om jonge aankopen als Diarra en Sauer te laten rijpen en dat het vertrek van sterspelers ook ruimte kan geven aan nieuwe talenten — Mats Wieffer wordt als voorbeeld genoemd.

Kortom: intern vertrouwen op jeugd en scouting staat centraal, terwijl critici vrezen dat het vertrek van Paixão op korte termijn sportief tekort kan doen.